Блейк Пирс "Het perfecte huis"

In HET PERFECTE HUIS (boek #3), keert profiler Jessie Hunt, pas afgestudeerd aan de FBI Academy, terug om te ontdekken dat ze opgejaagd wordt door haar moordende vader. Ze zit in een gevaarlijk kat- en muisspel. Ondertussen moet ze zich haasten om een moordenaar tegen te houden in een nieuwe case die haar naar het hard van buitenwijken brengt – en aan de rand van haar eigen psyché. Ze beseft dat de sleutel voor haar overleven in het ontrafelen van haar verleden ligt – een verleden dat ze niet meer wenste te herleven… HET PERFECTE HUIS is een spannende, psychologische thriller met onvergetelijke personages en suspense waar je hart sneller van gaat slaan. Dit is het derde boek in een spannende, nieuwe reeks die je tot laat ’s avonds bladzijden zal doen omslaan. . Het vierde boek in de reeks over Jessie Hunt zal binnenkort verschijnen..

date_range Год издания :

foundation Издательство :Lukeman Literary Management Ltd

person Автор :

workspaces ISBN :9781094346311

child_care Возрастное ограничение : 18

update Дата обновления : 14.06.2023

HOOFDSTUK DRIE

Eliza zat al te wachten toen Gray die avond thuiskwam. Hij arriveerde op tijd voor het avondeten, met een blik op zijn gezicht die suggereerde dat hij wist wat er ging komen. Aangezien Millie en Henry daar aan tafel hun macaroni met kaas en slijsjes hot dog zaten te eten, zeiden geen van beide ouders iets over de situatie.

Pas toen de kinderen naar bed waren kwam het ter sprake. Eliza stond in de keuken toen Gray die binnenliep nadat hij de kinderen naar bed had gebracht. Hij had zijn jasje uitgetrokken, maar droeg nog zijn das los om zijn nek, en zijn nette broek. Ze vermoedde dat de intentie was om hem er geloofwaardiger uit te laten zien.

Gray was geen grote man. Met zijn een meter vijfenzeventig bij een gewicht van zeventig kilo was hij maar een centimeter groter dan zij, hoewel hij ruim dertig kilo zwaarder woog. Maar ze wisten allebei dat hij veel minder indrukwekkend was in een T-shirt en joggingbroek. Zakelijke kleding was zijn wapenrusting.

"Voordat je iets zegt," begon hij, "wil ik het eerst proberen uit te leggen."

Eliza, die een groot deel van de dag had besteed aan het bedenken hoe dit had kunnen gebeuren, drong graag haar verdriet even naar de achtergrond om te zien hoe hij zich in bochten wrong om zich te rechtvaardigen.

"Ga je gang," zei ze.

"Ten eerste. Sorry. Ongeacht wat ik verder zeg, ik wil wel dat je weet dat het me spijt. Ik had het nooit mogen laten gebeuren. Het was een moment van zwakte. Ze kent me al jaren en ze weet waar mijn kwetsbaarheden zitten, wat mijn interesse zou wekken. Ik had beter moeten weten, maar ik viel ervoor."

"Wat probeer je precies te zeggen?" vroeg Eliza, even verbijsterd als gekwetst. "Dat Penny een of andere vamp was die je gemanipuleerd heeft tot vreemdgaan? We weten allebei dat je een slappe vent bent, Gray, maar geloof je het zelf?"

"Nee," zei hij, ervoor kiezend niet te reageren op het woord "slappe". “Ik neem de volledige verantwoordelijkheid op me voor wat ik heb gedaan. Ik had de drie whisky-sours gehad. Ik zat naar haar benen te kijken, in die jurk met de split aan de zijkant. Maar ze weet wat me drijft. Ik denk dat het al die onderonsjes zijn, die jullie twee door de jaren heen hebben gehad. Ze wist dat ze haar vingertoppen langs mijn onderarm moest strijken. Ze wist hoe ze met me moest praten, spinnend in mijn linkeroor. Ze wist waarschijnlijk ook dat jij al die dingen al heel lang niet had gedaan. En ze wist dat je niet zou binnenlopen op dat feestje omdat je weer naar huis was, door die slaappillen die je de meeste nachten slikt."

Dat hing een paar seconden in de lucht, terwijl Eliza probeerde zich te kalmeren. Toen ze zeker wist dat ze niet tegen hem zou schreeuwen, antwoordde ze met een griezelig zachte stem.

"Beweer jij dat dit mijn schuld is? Want het klinkt mij in de oren alsof je zegt dat je rits niet dicht kon houden omdat ik aan slapeloosheid leid."

"Nee, zo bedoelde ik het niet," jammerde hij. Het vergif in haar woorden deed hem terugkrabbelen. "Het is alleen dat je 's nachts altijd moeite hebt met inslapen. En het lijkt je er nooit zo voor te interesseren om met mij op te blijven."

"Voor de duidelijkheid, Grayson – je zegt dat je mij hier niet de schuld van geeft. Maar dan ga je meteen over op te zeggen dat ik te plat lig door de valium en je niet genoeg grotemensenaandacht geef, en dat je het daarom hebt gedaan met mijn beste vriendin."

"Als ze zoiets doet is ze toch eigenlijk geen beste vriendin?" gooide Gray er wanhopig uit.

"Hou je bij het onderwerp," spuwde ze. Ze dwong zich haar stem niet te verheffen, deels om de kinderen niet wakker te maken, maar vooral omdat dat het enige was dat haar ervan weerhield haar stem kwijt te raken. "Zij staat al op mijn lijstje. Op dit moment ben jij aan de beurt. Je kon niet naar me toe zijn gekomen om te zeggen: "HГ© schat, ik zou heel graag een romantische avond met je willen doorbrengen vanavond" of "Lieverd, ik heb de laatste tijd het gevoel dat we wat ver van elkaar af staan. Wat dacht je van een leuke intieme avond? Dat waren geen opties?"

"Ik wilde je niet wakker maken om je lastig te vallen met dat soort vragen," antwoordde hij. Zijn stem was gedempt maar zijn woorden snijdend.

"Dus je hebt besloten dat sarcasme de beste manier is om deze situatie aan te pakken?" blafte ze.

"Kijk," zei hij, pogend een uitweg te vinden, "het is voorbij met Penny. Ze vertelde me dat vanmiddag en ik was het ermee eens. Ik weet niet hoe we hier uitkomen, maar ik wil het wel, al was het maar voor de kinderen."

"Al was het maar voor de kinderen?" herhaalde ze, perplex over hoe iemand zo vreselijk kon falen in zijn aanpak. "Eruit. Ik geef je vijf minuten om een tas in te pakken en naar je auto te gaan. Ga voorlopig maar in een hotel zitten."

"Je zet me mijn eigen huis uit?" vroeg hij, ongelovig. "Het huis waarvoor ik heb betaald?"

"Ik zet je er niet alleen uit," siste ze, "als je niet binnen vijf minuten de oprit verlaat, bel ik de politie."

"Om wat te zeggen?"

"Daar kom je vanzelf wel achter," ziedde ze.

Gray staarde haar aan. Onverschrokken liep ze naar de telefoon en pakte hem op. Pas toen hij de kiestoon hoorde, kwam hij in actie. Binnen drie minuten draafde hij de deur uit als een hond met zijn staart tussen zijn benen, zijn weekendtas gevuld met overhemden en jasjes. Er viel een schoen uit terwijl hij naar zich naar de deur haastte. Hij merkte het niet op en Eliza zei niets.

Pas toen ze de auto hoorde wegrijden stopte ze de telefoon weer in de houder. Ze keek naar haar linkerhand en zag dat haar handpalm bloedde van waar ze haar nagels erin had gedrukt. Pas nu voelde ze de pijn.

HOOFDSTUK VIER

Ondanks dat ze het ontwend was, navigeerde Jessie zonder al te veel moeite door het verkeer van het centrum van L.A. naar Norwalk. Om even niet te hoeven denken aan waar ze naartoe ging, besloot ze onderweg haar ouders te bellen.

Haar adoptieouders, Bruce en Janine Hunt, woonden in Las Cruces, New Mexico. Hij was een gepensioneerde FBI-agent en zij een gepensioneerde lerares. Jessie had onderweg naar Quantico een paar dagen met hen doorgebracht, en had gehoopt op de terugweg hetzelfde te doen. Maar er was niet genoeg tijd geweest tussen het einde van het programma en haar terugkeer naar het werk, dus had ze van het tweede bezoek moeten afzien. Ze hoopte snel weer terug te gaan, vooral omdat haar moeder kanker had.

Het was behoorlijk onrechtvaardig. Janine worstelde er met pieken en dalen al tien jaar mee, en dat kwam bovenop een andere vreselijke gebeurtenis die ze jaren geleden hadden meegemaakt. Net voordat ze Jessie op haar zesde in huis namen, hadden ze hun zoontje verloren toen hij nog maar een peuter was, ook aan kanker. Ze waren blij de leegte in hun hart te kunnen vullen, zelfs als dat betekende dat ze de dochter van een seriemoordenaar moesten adopteren, een seriemoordenaar die haar moeder had vermoord en haar voor dood had achtergelaten. Omdat Bruce bij de FBI zat, leek het de US Marshals die Jessie in de getuigenbescherming hadden geplaatst een zinnige zet. Op papier was het allemaal heel zinnig.

Ze stopte die gedachte weg terwijl ze hun nummer draaide.

"Hoi, pa," zei ze. “Hoe is het ermee?”

"Gaat wel," antwoordde hij. "Ma doet een dutje. Wil je later terugbellen?"

"Nee. Ik kan ook met jou praten. Ik bel haar vanavond wel ofzo. Nog iets bijzonders daar?"

Vier maanden geleden zou ze het lastig hebben gevonden om met hem te praten zonder dat haar moeder erbij was. Bruce Hunt was een wat afstandelijke man en Jessie was zelf ook geen knuffelbeest. Haar herinneringen aan haar jeugd met hem waren een mengeling van vreugde en frustratie. Er waren ski-reisjes, kamperen en wandelen in de bergen, en gezinsvakanties naar Mexico, slechts honderd kilometer verderop.

Maar er waren ook slaande ruzies, vooral toen ze een tiener was. Bruce was een man die discipline op prijs stelde. Jessie, met jaren van opgekropte wrok over het verlies van haar moeder, haar naam en haar huis tegelijk, had de neiging zich uit te leven. Tijdens de jaren die ze op USC had doorgebracht en daarna, hadden ze elkaar in totaal waarschijnlijk minder dan twintig keer gesproken. Bezoeken over en weer waren zeldzaam.

Maar onlangs had de terugkeer van ma's kanker hen gedwongen om elkaar zonder tussenpersoon te spreken. En was het ijs op de een of andere manier gebroken. Hij was zelfs naar L.A. gekomen om haar te helpen herstellen van haar buikwond, na Kyle's aanval op haar, de afgelopen herfst.

"Alles rustig hier," beantwoordde hij haar vraag. “Ma heeft gisteren weer een chemo-sessie gehad, daarom is ze nu aan het bijkomen. Als ze zich goed genoeg voelt, gaan we misschien later uit eten."

"Met de hele politieploeg?" vroeg ze gekscherend. Een paar maanden geleden waren haar ouders verhuisd van hun eigen woning naar een bejaardentehuis dat voornamelijk werd bewoond door gepensioneerden van het politiedepartement van Las Cruces, het Department van de Sheriff en de FBI.

"Ach nee, alleen wij met z'n tweeГ«n. Ik zat te denken aan een diner bij kaarslicht. Maar dan wel ergens waar we een emmer naast de tafel kunnen zetten voor het geval ze moet kotsen."

"Wat ben je toch een romanticus, pa."

"Ik probeer het. Maar hoe staan de dingen bij jou? Ik neem aan dat je geslaagd bent voor de FBI-training."

"Waarom neem je dat aan?"

"Omdat je wist dat ik je ernaar zou vragen en je niet zou hebben gebeld als je slecht nieuws had gehad."

Jessie moest het hem meegeven. Voor een oude knar was hij nog behoorlijk scherp.

"Ik ben geslaagd," verzekerde ze hem. "Ik ben nu weer terug in L.A.. Ik ga morgen weer aan het werk en ik ben…boodschappen aan het doen."

Ze wilde niet dat hij zich zorgen maakte over waar ze werkelijk heen ging.

"Dat klinkt onheilspellend. Waarom heb ik het vermoeden dat je niet op pad bent om brood te halen?"

"Zo bedoelde ik het niet. Ik ben duidelijk nog niet helemaal helder na al dat reizen. Ik ben er eigenlijk al bijna," loog ze. "Zal ik vanavond terugbellen of tot morgen wachten? Ik wil je chique kotsemmerdiner niet verstoren."

"Morgen misschien," adviseerde hij.

"OkГ©. Doe ma de groeten voor me. Hou van je."

"Ik hou ook van jou," zei hij terwijl hij ophing.

Jessie probeerde zich op de weg te concentreren. Het verkeer werd steeds slechter en ze had van de ongeveer vijfenveertig minuten durende rit naar de NRD. nog een half uur te gaan.

De NRD, een afkorting van Non-Rehabilitative Division, was een speciale, zelfstandige eenheid die was aangesloten bij het Department State Hospital-Metropolitan in Norwalk. Het hoofdziekenhuis was de thuisbasis van een breed scala aan psychisch gestoorde criminelen die ongeschikt werden geacht om in een conventionele gevangenis hun straf uit te zitten.

Maar het bijgebouw van de NRD vervulde een geheime rol die niet bekend was bij het publiek, en zelfs niet bij de meeste politiemensen en personeel in de geestelijke gezondheidszorg. Het was ontworpen om maximaal tien misdadigers buiten het zicht te huisvesten. Op dit moment zaten er daar maar vijf mensen vast, allemaal mannen, allemaal serieverkrachters of -moordenaars. Een van hen was Bolton Crutchfield.

Jessie's gedachten dwaalden af naar de laatste keer dat ze er was geweest om hem te zien. Het was haar laatste bezoek voordat ze naar de National Academy vertrok, hoewel ze hem dat niet had verteld. Jessie had sinds de afgelopen herfst regelmatig Crutchfield bezocht, nadat ze toestemming had gekregen om hem te interviewen als onderdeel van haar masterpracticum. Volgens het personeel daar had hij er bijna nooit mee ingestemd met artsen of onderzoekers te spreken. Maar om redenen die haar pas later duidelijk werden, mocht zij het wel.

In de weken die volgden kwamen ze tot een soort van afspraak. Hij zou over de bijzonderheden van zijn misdaden vertellen, inclusief methoden en motieven, als zij wat over haar eigen leven met hem deelde. Aanvankelijk leek het een eerlijke ruil. Haar doel was tenslotte om een criminal profiler te worden, gespecialiseerd in seriemoordenaars. Iemand die bereid was om over zijn daden te vertellen kon voor haar van onschatbare waarde zijn.

En er bleek nog een extraatje aan te kleven. Crutchfield had een soort Sherlock Holmesachtig vermogen om informatie af te leiden, zelfs al zat hij vast in een cel in een psychiatrische inrichting. Hij kon details over Jessie's leven op dat moment afleiden door haar simpelweg te bestuderen.

Hij had die vaardigheid, in combinatie met de informatie over de zaak die ze met hem gedeeld had, gebruikt om haar aanwijzingen te geven over verscheidene misdaden, waaronder de moord op een rijke filantroop in Hancock Park. Hij had haar ook een wenk gegeven dat haar eigen man misschien niet zo betrouwbaar was als hij leek.

Helaas voor Jessie had zijn analytisch vermogen ook tegen haar gewerkt. De reden waarom ze Crutchfield in eerste instantie had willen ontmoeten was omdat het haar was opgevallen dat hij zijn moorden baseerde op die van haar vader, de legendarische, nooit gepakte seriemoordenaar Xander Thurman. Maar Thurman had zijn misdaden meer dan twintig jaar eerder gepleegd, in landelijk Missouri. Het leek een vreemde, volstrekt willekeurige keuze voor een moordenaar uit Zuid-CaliforniГ«.

Maar Bolton bleek groot fan te zijn. En toen Jessie hem eenmaal begon te ondervragen over zijn interesse in die oude moorden, had hij niet lang nodig om een en ander bij elkaar op te tellen en vast te stellen dat de jonge vrouw een persoonlijke connectie had met Thurman. Uiteindelijk gaf hij toe dat hij wist dat ze zijn dochter was. En hij onthulde nog een weetje: hij had haar vader twee jaar eerder ontmoet.

Vrolijk had hij haar laten weten dat haar vader vermomd als arts de inrichting had bezocht, en erin geslaagd was om een uitgebreid gesprek met de gevangene te voeren. Blijkbaar was hij op zoek naar zijn dochter, wier naam was veranderd en die in het Getuigenbeschermingsprogramma was opgenomen nadat hij haar moeder had vermoord. Hij vermoedde dat ze op een dag Crutchfield zou bezoeken omdat hun misdaden zo op elkaar leken. Thurman wilde dat Crutchfield het hem liet weten als ze ooit kwam opdagen en hem op de hoogte bracht van haar nieuwe naam en woonplaats.

Vanaf dat moment had hun relatie een ongelijkheid gekregen waar ze zich ongelooflijk ongemakkelijk bij voelde. Crutchfield gaf haar nog steeds informatie over zijn eigen misdaden en aanwijzingen voor die van anderen. Maar ze wisten allebei dat hij alle troeven in handen had.

Hij wist wat haar nieuwe naam was. Hij wist hoe ze eruitzag. Hij wist in welke stad ze woonde. Op een gegeven moment ontdekte ze dat hij zelfs wist dat ze bij haar vriendin Lacy woonde, en wat het adres was. En blijkbaar had hij, ondanks zijn opsluiting in een zogenaamde geheime inrichting, de mogelijkheid om haar vader al die gegevens door te spelen.

Jessie was er vrij zeker van dat dat op zijn minst een van de redenen was dat Lacy, een aspirant-modeontwerper, een opdracht had aangenomen waarvoor ze zes maanden in Milaan moest verblijven. Het was een geweldige buitenkans, maar het was ook op flinke afstand van het Jessie's gevaarlijke leven.

Terwijl Jessie van de snelweg afsloeg, slechts enkele minuten voordat ze bij de NRD aankwam, herinnerde ze zich hoe Crutchfield de onuitgesproken dreiging die altijd boven hun ontmoetingen had gehangen, uiteindelijk toch tot uiting had gebracht.

Misschien kwam het omdat hij aanvoelde dat ze een paar maanden weg zou zijn. Misschien was het gewoon uit wrok. Maar de laatste keer dat ze door het glas in zijn slinkse ogen had gekeken, had hij een verbijsterend nieuwtje voor haar.

"Ik ga een babbeltje met je vader maken," had hij haar met zijn hoffelijk zuidelijk accent verteld. "Ik zal het niet bederven door te zeggen wanneer. Maar dat een prachtig moment zal zijn, dat weet ik wel zeker."

Ze was er nauwelijks in geslaagd het woord "Hoe?" uit te brengen.

"O, maak je je daar maar geen zorgen over, Miss Jessie," had hij sussend gezegd. "Ik wilde je alleen laten weten dat wanneer we elkaar te spreken krijgen, ik hem de groeten voor je zal doen."

Terwijl ze het terrein van het ziekenhuis opreed, stelde ze zichzelf dezelfde vraag die sindsdien aan haar vrat, de vraag die ze alleen uit haar hoofd kon zetten als al haar aandacht op ander werk was gericht: had hij het echt gedaan? Hadden die twee, op het moment dat zij zat te leren hoe ze mensen als hem en haar vader moest opsporen, elkaar werkelijk een tweede keer ontmoet, ondanks alle veiligheidsmaatregelen die waren bedoeld om precies dat soort dingen te voorkomen?

Ze had het gevoel dat het niet lang zou duren voor het mysterie opgehelderd werd.

HOOFDSTUK VIJF

Het betreden van de NRD-inrichting ging nog precies zoals ze het zich herinnerde. Nadat ze toestemming had gekregen om de afgesloten ziekenhuiscampus door een bewakingspoort te betreden, reed ze achter het hoofdgebouw naar een tweede, kleiner, onopvallend gebouwtje achterin.

Het was een saaie, betonnen en stalen constructie van één verdieping midden op een onverharde parkeerplaats. Alleen het dak was zichtbaar, achter een groot metalen hek met groen gaas en prikkeldraad dat het terrein omheinde.

Ze moest door een tweede bewakingspoort om toegang te krijgen tot de NRD. Na het parkeren liep ze naar de hoofdingang en deed alsof ze al de beveiligingscamera's, die haar bij elke stap volgden, niet zag. Toen ze bij de buitendeur kwam, wachtte ze tot de zoemer ging om haar binnen te laten. In tegenstelling tot de eerste keer dat ze hier gekomen was, werd ze nu herkend door het personeel en meteen toegelaten.

Maar dat was alleen voor de buitendeur. Nadat ze een kleine binnenplaats was gepasseerd, bereikte ze de hoofdingang van de inrichting, die dikke, kogelvrije glazen deuren had. Ze haalde haar toegangspasje door de gleuf, waarna het lampje op het paneel groen ging branden. Toen liet de beveiligingsbeambte achter het bureau, die de kleurverandering ook kon zien, haar binnen, en voltooide zo de toegangsprocedure.

Jessie stond in een kleine vestibule en wachtte tot de buitendeur dichtging. De ervaring had haar geleerd dat de binnendeur pas kon worden geopend als de buitenste helemaal weer dicht zat. Zodra het hoorbaar vergrendeld was, ontgrendelde de bewaker de binnendeur.

Jessie stapte naar binnen, waar een tweede gewapende officier op haar stond te wachten. Hij nam haar weinige persoonlijke bezittingen in beslag. Ze had in de loop der tijd geleerd dat het gemakkelijker was bijna alles in de auto achter te laten. Er was toch geen gevaar dat daarin ingebroken werd.

De bewaker fouilleerde haar en gebaarde haar dat ze als bij de luchthavenbeveiliging door de millimetergolfscanner moest, die een gedetailleerde afdruk gaf van haar hele lichaam. Toen dat achter de rug was, kreeg ze haar spullen zonder een woord terug. Het was de enige indicatie dat ze nu verder mocht.

"Gaat Agent Gentry mij ontmoeten?" vroeg ze de agent achter het bureau.

De vrouw keek op met een uitdrukking van totale desinteresse op haar gezicht. "Ze komt er zo aan. Wacht maar bij de Overgangsdeur."

Jessie deed wat haar was opgedragen. Overgang was de kamer waar alle bezoekers zich moesten omkleden voordat ze contact hadden met een patiГ«nt. Eenmaal binnen moesten ze zich omkleden in grijze kleding in ziekenhuisstijl, alle sieraden verwijderen en alle make-up afwassen. Terecht was ze gewaarschuwd dat deze mannen geen extra prikkels konden gebruiken.

Even later stapte Agent Katherine 'Kat' Gentry door de deur om haar te begroeten. Ze was een lust voor het oog. Hoewel ze niet bepaald een goede start hadden gehad toen ze elkaar vorige zomer voor het eerst ontmoetten, waren de twee vrouwen nu vriendinnen, verbonden door een gedeelde kennis van de duisternis die sommige mensen in hun greep had. Jessie was haar zo gaan vertrouwen dat Kat bij het handjevol mensen hoorde die wisten dat ze de dochter was van de Beul van de Ozarks.

Terwijl Kat op haar af liep, viel het Jessie nogmaals op hoe kranig het hoofd van de beveiliging van de NRD was. Fysiek was ze indrukwekkend ondanks het feit dat ze maar een onopvallende een meter zeventig lang was, daar haar lichaam van 70 kilo bijna volledig uit spieren en stalen wilskracht bestond. Ze was een voormalige Army Ranger die twee keer naar Afghanistan was uitgezonden en ze droeg de overblijfselen van die tijd op haar gezicht, dat pokdalig was van de granaatscherven. Net onder haar linkeroog begon een lang litteken dat verticaal over haar wang liep. Haar grijze ogen waren waakzaam en namen alles dat ze zag grondig in zich op, om te bepalen of het een bedreiging was.

Ze beschouwde Jessie duidelijk niet als een dergelijke bedreiging. Ze begon te grijnzen en omhelsde haar stevig.

"Lang niet gezien, FBI-dame," zei ze enthousiast.

Jessie hapte naar adem tijdens de wurgomhelzing, en kon pas iets zeggen nadat ze werd losgelaten.

"Ik ben niet van de FBI," herinnerde ze Kat. “Het was maar een trainingsprogramma. Ik zit nog steeds bij de LAPD."

"Maakt niet uit," zei Kat blasГ©. "Je bent op Quantico geweest en je hebt samengewerkt met de autoriteiten op jouw vakgebied en je hebt spannende FBI-technieken geleerd. Als ik je een FBI-dame wil noemen, dan noem ik je een FBI-dame."

"Als dat je ervan weerhoudt mijn rug over je knie in tweeen te breken, mag je me noemen wat je maar wilt."

"Nu we het er toch over hebben, volgens mij zou ik dat nu niet meer kunnen," merkte Kat op. "Het lijkt alsof je sterker bent dan hiervoor. Ik vermoed dat ze niet alleen je hersens hebben getraind terwijl je daar was?"

"Zes dagen per week," zei Jessie tegen haar. “Lange rentochten, hindernisbanen, zelfverdediging en wapentraining. Ze hebben me een dusdanige schop onder de kont gegeven dat die nu in topvorm is."

"Moet ik me zorgen maken?" vroeg Kat met schijnheilige bezorgdheid, terwijl ze een stap achteruit deed en haar armen in een verdedigende houding optilde.

"Ik denk niet dat ik een bedreiging voor jou ben,"gaf Jessie toe. “Maar ik heb wel het idee dat ik mezelf kan beschermen tegen een verdachte, wat voorheen zeker niet het geval was. Terugkijkend was het pure mazzel dat ik sommige van mijn recentelijke aanvaringen heb overleefd."

Все книги на сайте предоставены для ознакомления и защищены авторским правом