Морган Райс "Een Rijk van Schaduwen "

Een fantasy vol actie, die ongetwijfeld fans van Morgan Rice’s voorgaande novels zal bekoren, evenals fans van werken zoals THE INHERITANCE CYCLE van Christopher Paolini… Fans van Young Adult fictie zullen dit meest recente werk van Rice verslinden en smeken om meer. The Wanderer, A Literary Journal (over Rise of the Dragons) EEN RIJK VAN SCHADUWEN is boek #5 in Morgan Rice’ bestverkopende epische fantasy serie KONINGEN EN TOVENAARS (dat begint met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN, een gratis download) ! In EEN RIJK VAN SCHADUWEN staat Kyra midden in een brandende hoofdstad waar ze wordt aangevallen door een groep draken. Nu haar geliefde thuisland is verwoest, De Vlammen zijn uitgeschakeld en de trollen Escalon in stromen, moet Kyra naar Marda afreizen om het magische wapen te halen voor het te laat is – zelfs al brengt haar dat naar het hart van de duisternis. Duncan zit met de anderen vast in de brandende hoofdstad, en moet zijn sluwheid gebruiken om zijn mannen te vinden, te ontsnappen, zijn troepen te laten hergroeperen en Pandesia aan te vallen. Aan de andere kant van het koninkrijk laat Merk met de dochter van Koning Tarnis de Toren van Kos achter zich, en varen ze door de Baai des Doods naar het krijgerseiland van Knossos. Opgejaagd door Vesuvius en zijn leger van trollen, in de meest verraderlijke wateren ter wereld, weten ze dat ze weinig kans hebben om het eiland te bereiken, laat staan om er levend weg te komen. Dierdre en Marco overleven de vloedgolf die Ur heeft verwoest. Maar hun geliefde stad ligt compleet onder water, en iedereen die ze kenden en liefhadden is verloren en dood. Ze moeten de enige persoon zien te vinden waarvan ze weten dat ze nog leeft: Kyra. Intussen zeilt Alec met de mensen van de Verloren Eilanden terug naar Escalon, met het kostbare zwaard dat alles voorgoed zou kunnen veranderen. Maar geen van hen had verwacht om een verwoest land aan te treffen, een land dat nu geteisterd wordt door draken. EEN RIJK VAN SCHADUWEN is een meeslepend verhaal over ridders en krijgers, koningen en heren, eer en moed, magie, het lot, monsters en draken. Het is een verhaal over liefde en gebroken harten, over misleiding, ambitie en verraad. Het is fantasy op zijn best, en nodigt ons uit in een wereld die ons altijd bij zal blijven, en de alle leeftijden zal aanspreken. Boek #6 in KONINGEN EN TOVENAARS is binnenkort verkrijgbaar. Als je dacht dat er geen reden meer was om te leven na het einde van DE TOVENAARSRING serie, dan had je het mis. Met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN komt Morgan Rice wederom met wat een briljante nieuwe serie belooft te zijn. We worden verzwolgen door een fantasie over trollen en draken, moed, eer, magie en geloof in je lotsbestemming. Morgan is er weer in geslaagd om sterke personages neer te zetten, voor wie we op elke pagina juichen… Aanbevolen voor de permanente bibliotheek van iedereen die houdt van een goed geschreven fantasy novel. Books and Movie Reviews, Roberto Mattos (over De Opkomst van de Draken)

date_range Год издания :

foundation Издательство :Lukeman Literary Management Ltd

person Автор :

workspaces ISBN :9781632915153

child_care Возрастное ограничение : 16

update Дата обновления : 14.06.2023

“Vader!” riep ze.

Ze vloog in zijn armen, en Duncan omhelsde haar terwijl ze hem knuffelde. Terwijl hij haar in zijn armen hield voelde hij zich als herboren, alsof hij een deel van zichzelf had teruggevonden.

Tranen van vreugde rolden over zijn wangen. Hij kon nauwelijks geloven dat Kyra echt hier was, en dat ze nog leefde.

Ze drukte hem stevig tegen zich aan en hij haar, en terwijl hij haar voelde trillen in zijn armen was hij opgelucht dat ze niet gewond was.

Toen duwde hij haar naar achteren, draaide zich om naar de draak en trok zijn zwaard. Hij stond op het punt de kop van de draak af te hakken om zijn dochter te beschermen.

“Nee!” gilde Kyra.

Duncan was verbijsterd toen ze naar voren stormde en zijn pols vastpakte, met een verrassend sterke grip, en hem tegenhield. Dit was niet de zachtmoedige dochter die hij in Volis had achtergelaten; ze was nu een krijger.

Duncan staarde haar stomverbaasd aan.

“Doe hem geen pijn,” zei ze. Haar stem was zelfverzekerd. Het was de stem van een krijger. “Theon is mijn vriend.”

Duncan keek haar verbijsterd aan.

“Je vriend?” vroeg hij. “Een draak?”

“Alsjeblieft, Vader,” zei ze, “er is geen tijd om het uit te leggen. Help ons. Hij zit vast. Ik krijg deze rots er niet in mijn eentje af.”

Hoe geschokt Duncan ook was, hij vertrouwde haar. Hij deed zijn zwaard terug in de schede, liep naar haar toe en begon met al zijn kracht tegen de rots te duwen. Maar hoe hard hij ook zijn best deed, er kwam nauwelijks beweging in.

“Hij is te zwaar,” zei hij. “Het lukt me niet. Het spijt me.”

Ineens hoorde hij het geratel van wapenrustingen achter zich. Duncan draaide zich om en was dolblij toen hij Aidan, Anvin, Cassandra en White naar hen toe zag stormen. Ze waren voor hem teruggekomen, en hadden wederom hun levens geriskeerd.

Zonder te aarzelen renden ze naar de rots en begonnen te duwen.

Er kwam beweging in, maar ze kregen hem nog steeds niet van de draak af.

Er klonk een hijgend geluid, en toen Duncan zich omdraaide zag hij Motley, die zich haastte om de anderen bij te houden. Hij was buiten adem. Hij voegde zich bij hen en zette zijn gewicht tegen de rots—en deze keer begon hij echt te rollen. Motley, de acteur, de veel te zware dwaas, degene waar ze het minst van hadden verwacht, maakte uiteindelijk het verschil.

Met een laatste inspanning belandde de rots met een klap op de grond. Er rees een stofwolk op, en de draak was vrij.

Theon sprong overeind en krijste. Hij kromde zijn rug en strekte zijn klauwen uit. Woedend keek hij op naar de lucht. Een grote paarse draak had hen in het oog gekregen en dook recht op hen af. Zonder te aarzelen sprong Theon in de lucht, opende zijn kaken en vloog recht omhoog. Hij beet zich vast in de zachte slagader van de nietsvermoedende draak.

Theon klemde met al zijn macht zijn kaken op elkaar. De grote draak krijste van woede, overrompeld. Hij had dit duidelijk niet verwacht van een baby draak. De twee klapten tegen een stenen muur aan de andere kant van de binnenplaats aan.

Duncan en de anderen wisselden geschrokken blikken uit terwijl Theon met de draak worstelde. Hij weigerde de grote draak los te laten en pinde hem tegen de grond. Theon, woest, kronkelde en gromde en liet niet los tot de veel grotere draak eindelijk slap werd.

Even hadden ze een verademing.

“Kyra!” riep Aidan uit.

Kyra keek naar beneden en zag haar kleine broertje, en Duncan keek vol vreugde toe terwijl Aidan in Kyra’s armen rende. Ze omhelsde hem terwijl White op sprong en Kyra’s handen likte, duidelijk dolblij.

“Mijn broeder,” dweepte Kyra, haar ogen gevuld met tranen. “Je leeft nog.”

Duncan kon de opluchting in haar stem horen.

Ineens betrok Aidans gezicht.

“Brandon en Braxton zijn dood,” vertelde hij tegen Kyra.

Kyra werd bleek. Ze draaide zich om en keek Duncan aan, en hij knikte somber ter bevestiging.

Ineens vloog Theon omhoog en landde voor hen. Hij klapperde met zijn vleugels en gebaarde naar Kyra dat ze op zijn rug moest klimmen. Duncan hoorde het gebrul boven hen, en toen hij op keek zag hij de draken cirkelen, klaar om te duiken.

Vol ontzag keek Duncan toe hoe Kyra op Theons rug klom. Daar zat ze, boven op een draak, sterk, trots, met de kalmte van een grote krijger. Het kleine meisje dat hij ooit had gekend bestond niet meer; ze was vervangen door een trotse krijger, een vrouw die legioenen kon leiden. Hij had zich nog nooit zo trots gevoeld als op deze dag.

“We hebben geen tijd. Kom met me mee,” zei ze tegen hen. “Jullie allemaal. Kom mee.”

Ze keken elkaar verrast aan, en Duncan voelde een knoop in zijn maag bij de gedachte aan het berijden van een draak, zeker toen de draak naar hem gromde.

“Opschieten!” zei ze.

Duncan, die de zwerm draken naar beneden zag vliegen en wist dat ze weinig keus hadden, kwam in actie. Hij haastte zich met Aidan, Anvin, Motley, Cassandra, Septin en White naar de draak toe en ze sprongen allemaal op zijn rug.

Duncan greep de zware, eeuwenoude schubben vast en verwonderde zich over het feit dat hij echt op de rug van een draak zat. Het was als een droom.

Terwijl de draak opsteeg, hield hij zich vast met alles dat hij had. Hij voelde kriebels in zijn buik, en hij kon het gevoel nauwelijks bevatten. Voor het eerst in zijn leven vloog hij, boven de straten, sneller dan hij zich ooit had kunnen voorstellen.

Theon, die sneller was dan de rest, vloog vlak boven de kronkelende straten. Hij was zo snel dat de andere draken hem niet konden bijhouden ten midden van alle verwarring in de stoffige hoofdstad. Duncan keek naar beneden en was verbijsterd toen hij de stad, de toppen van de gebouwen, voor het eerst van bovenaf zag. De kronkelende straten strekten zich als een doolhof onder hen uit.

Kyra stuurde Theon briljant, en Duncan was trots op zijn dochter, verbaasd dat ze in staat was om zo’n beest onder controle te houden. Binnen enkele secondes waren ze vrij, in de open lucht, voorbij de muren van de hoofdstad, en zeilden ze over het platteland.

“We moeten naar het zuiden!” riep Anvin uit. “Er zijn daar rotsformaties, en al onze mannen wachten daar op ons! Ze hebben zich daar teruggetrokken.”

Kyra stuurde Theon, en al snel vlogen ze naar het zuiden, in de richting van enorme uitstekende rotsen aan de horizon. Aan de horizon, en zuiden van de stadsmuren, zag Duncan honderden massieve rotsen met kleine grotten erin.

Terwijl ze naderden zag Duncan de wapenrustingen en wapens in de grotten, glinsterend in het woestijnlicht, en zijn hart zwol toen hij honderden van zijn mannen in de grotten zag die hem opwachtten.

Kyra stuurde Theon naar beneden en ze landden bij de ingang van een enorme grot. Duncan kon de angst in de ogen van de mannen zien terwijl de draak naderde. Ze zetten zich schrap voor een aanval. Maar toen zagen ze Kyra en de anderen op zijn rug zitten, en hun gezichtsuitdrukking veranderde naar schok. Ze ontspanden zich weer.

Duncan steeg af, en hij rende naar zijn mannen toe om hen te omhelzen, dolblij om hen weer levend terug te zien. Daar waren Kavos en Bramthos, Seavig en Arthfael, mannen die hun levens voor hem hadden geriskeerd, mannen waarvan hij had gedacht dat hij hen nooit meer zou zien.

Duncan draaide zich om en zag tot zijn verrassing dat Kyra niet samen met de anderen was afgestegen.

“Waarom zit je daar nog?” vroeg hij. “Kom je niet bij ons?”

Maar Kyra zat daar, haar rug recht en trots, en schudde plechtig haar hoofd.

“Ik kan niet, Vader. Ik moet elders zijn. Uit naam van Escalon.”

Duncan staarde haar verbijsterd aan en verwonderde zich over de sterke krijger die zijn dochter was geworden.

“Maar waarheen dan?” vroeg Duncan. “Wat is er nu belangrijker dan bij ons zijn?”

Ze aarzelde.

“Marda,” antwoordde ze.

Er liep een rilling over Duncans rug heen.

“Marda?” hijgend. “Jij? Alleen? Je zal nooit meer terugkeren!”

Ze knikte, en hij kon in haar ogen zien dat ze dat al wist.

“Ik heb gezworen om te gaan,” antwoordde ze, “en ik kan mijn missie niet de rug toekeren. Nu jij veilig bent roept mijn plicht. Heb je me niet altijd geleerd dat plichten eerst komen, Vader?”

Duncan voelde zijn hart zwellen bij haar woorden. Hij liep naar haar toe en omhelsde haar. Hij drukte haar stevig tegen zich aan terwijl zijn mannen in een cirkel om hen heen gingen staan.

“Kyra, mijn dochter. Je bent de betere helft van mijn ziel.”

Hij zag tranen in haar ogen springen, en ze knikte terug, sterker, krachtiger, zonder de sentimenten die ze vroeger had gehad. Ze spoorde haar draak aan, en al snel hing Theon in de lucht. Kyra vloog trots op zijn rug, hoger en hoger de lucht in.

Duncans hart brak terwijl hij haar nakeek, en hij vroeg zich af of hij haar ooit weer zou zien. Daar vloog ze, naar het noorden, naar het duistere Marda.

HOOFDSTUK TIEN

Kyra leunde naar voren en greep Theons schubben stevig vast terwijl de wind aan haar haren rukte. Ze vlogen in en uit de wolken, haar handend trillend van het vocht en de kou, maar Kyra negeerde het. Ze vlogen over Escalon, op weg naar Marda. Niets zou haar nu nog tegenhouden.

Kyra dacht aan wat ze net had meegemaakt en probeerde het allemaal te verwerken. Ze dacht aan haar vader, en was blij dat hij nu veilig met zijn mannen buiten Andros was. Ze had een gevoel van tevredenheid. Ze was bijna gestorven in haar pogingen hem te bereiken, was gewaarschuwd om bij hem uit de buurt te blijven omdat het haar haar leven zou kosten. Toch had ze niet opgegeven. Ze had diep in haar hart gevoeld dat hij haar nodig had. Ze had een waardevolle les geleerd: ze moest altijd op haar instinct vertrouwen, hoeveel mensen haar ook waarschuwden.

Terwijl ze erover nadacht, besefte ze dat dat de reden was dat Alva haar had gewaarschuwd: het was een test. Hij had duidelijk gemaakt dat ze zou sterven als ze terugging voor haar vader, omdat hij haar vastberadenheid wilde testen, haar moed. Hij had al die tijd al geweten dat ze het zou overleven. Hij had alleen willen zien of ze desondanks ten strijde zou trekken, in de wetenschap dat het haar haar leven zou kosten.

Natuurlijk was haar vader degene geweest die haar had gered; als hij niet was gearriveerd, zou Theon nog steeds vast hebben gezeten onder het puin, en zou zij dood zijn geweest. De gedachte dat haar vader alles voor haar had opgeofferd gaf haar een goed gevoeld. Ze kreeg tranen in haar ogen toen ze dacht aan hoe hij de vlammen, de draken en de dood had getrotseerd, allemaal voor haar.

Kyra glimlachte bij de gedachte aan haar broertje Aidan. Ze was zo blij dat ook hij veilig en wel was. Ze dacht aan haar twee dode broers, en hoeveel strijd en rivaliteit er ook tussen hen was geweest, het deed haar pijn. Ze wilde dat ze hen had kunnen beschermen.

Kyra dacht aan Andros, de ooit zo geweldige hoofdstad, nu een ketel vol vlammen. Het deed haar verdriet. Zou Escalon ooit weer in volle glorie hersteld worden?

Er waren zo veel dingen tegelijk gebeurd, Kyra kon het nauwelijks verwerken. Het was alsof het leven onder haar uit de hand liep, alsof verandering de enige constante factor was.

Kyra probeerde het allemaal uit haar hoofd te zetten en zich te concentreren op de reis die voor haar lag: Marda. Kyra voelde zich doordrongen met een nieuwe doelbewustheid. Haar hart bonsde, en ze kon niet wachten tot ze er was en op zoek kon gaan naar de Staf van Waarheid. Ze dook door de wolken en keek naar beneden terwijl ze vloog, op zoek naar herkenningspunten. Het deed haar pijn om te zien wat er van haar thuisland geworden was: ze zag een verscheurd land, verminkt, verbrand door vlammen. Ze zag compleet verwoeste vestingen, vernietigd door Pandesiaanse soldaten, plunderende trollen en woeste draken. Ze zag een land zo geteisterd dat het onherkenbaar was. Was dit het land waar ze zo van had gehouden? Het was lastig te geloven. Het Escalon dat ze kende bestond niet meer.

Het voelde allemaal zo onwerkelijk. Het was lastig te geloven dat een dergelijke verandering zo drastisch en zo snel kon komen. Het zette haar aan het denken. Wat als ze, op de nacht van die sneeuwstorm, nooit de gewonde Theos had gevonden? Zou het lot van Escalon dan anders zijn geweest?

Of was het allemaal voorbestemd geweest? Was zij degene die verantwoordelijk was voor dit alles, voor wat ze onder zich zag? Of was ze slechts het vehikel? Zou het anders allemaal op een andere manier gebeurd zijn?

Kyra wilde wanhopig graag naar beneden vliegen, daar landen en in Escalon blijven om te vechten tegen de Pandesianen en de trollen, om te helpen waar ze maar kon. Maar ondanks het onheilspellende voorgevoel dwong ze zichzelf op te kijken, om zich op haar missie te concentreren, om naar het noorden te blijven vliegen, ergens naar het duistere Marda.

Kyra huiverde. Ze wist dat het een reis naar de essentie van duisternis zou zijn. Al sinds ze klein was, was Marda een plek van legendes geweest, een plek van kwaad, zo buitengesloten dat niemand het ook maar in zijn hoofd haalde erheen te gaan. Integendeel, het was een plek die van de rest van de wereld afgesloten moest zijn, waar ze tegen beschermd moesten worden. Haar mensen dankten iedere dag het universum dat ze werden beschermt door de Vlammen. Nu, onvoorstelbaar genoeg, ging ze er zelf heen.

Aan de ene kant was het waanzin. Maar aan de andere kant had Kyra’s moeder haar hierheen gestuurd, en ze voelde diep van binnen dat deze missie heel belangrijk was. Ze voelde dat ze nodig was in Marda, dat daar haar ultieme beproeving lag. Dat daar zich de Staf van Waarheid bevond, de staf die alleen zij kon terughalen. Het was gestoord, maar ze kon al voelen hoe de staf haar riep, hoe hij haar lokte alsof ze een oude vriendin was.

En toch, voor het eerst in een lange tijd, voelde Kyra dat ze werd overspoeld door een golf van onzekerheid. Was ze echt sterk genoeg om dit te doen? Om naar Marda te gaan, een plek waar zelfs haar vaders mannen niet heen durfden te gaan? Ze voelde dat er een strijd gaande was in haar eigen ziel. Elke vezel in haar lichaam schreeuwde naar haar dat Marda haar dood zou betekenen. En ze wilde niet dood.

Kyra dwong zichzelf om sterk te zijn, om niet van haar pad af te wijken. Ze wist dat dit een reis was die ze moest maken, en ze wist dat ze niet kon ontsnappen aan wat er van haar werd verwacht. Ze probeerde de afschuwelijke dingen die haar aan de andere kant van de Vlammen zouden opwachten uit haar hoofd te zetten. Een natie van trollen. Vulkanen, lava, as. Een natie van kwaad, van tovenarij. Onvoorstelbare wezens en monsters. Ze probeerde niet te denken aan de verhalen die ze als kind had gehoord. Een plek waar mensen elkaar voor de lol uit elkaar scheurden, onder leiding van de demonische leider Vesuvius. Een natie waar men leefde voor bloed, voor wreedheid.

Ze doken even onder de wolken door, en Kyra zag dat ze over de noordoostelijke hoek van Escalon vlogen. Haar hart maakte een sprongetje toen ze het platteland herkende: Volis. Daar lagen de heuvels van haar thuisstad, ooit zo mooi, nu een schrale korst van wat het geweest was. Haar hart viel bij de aanblik. In de verte lag haar vaders vesting, het fort, nu niets meer dan een ruГЇne. Het was een grote berg puin, bezaaid met aan hun lot overgelaten levenloze lichamen, uitgestrekt in onnatuurlijke houdingen. Ze keken op haar de lucht, alsof ze Kyra wilden vragen hoe ze dit had kunnen laten gebeuren.

Kyra deed haar ogen dicht en probeerde het beeld uit haar gedachten te zetten—maar het lukte haar niet. Het was zo moeilijk om deze plek, die zo veel voor haar had betekent, achter zich te laten. Ze keek naar de horizon, in de richting van Marda, en ze wist dat ze door zou moeten vliegen, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen om gewoon over haar thuisstad heen te vliegen. Voor ze Escalon zou verlaten voor wat waarschijnlijk haar laatste reis zou worden, moest ze stoppen en het met eigen ogen zien.

Kyra stuurde Theon naar beneden, en ze voelde dat hij zich verzette—alsof hij liever bij hun missie naar Marda bleef. Onwillig gaf hij toe.

Конец ознакомительного фрагмента.

Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию (https://www.litres.ru/pages/biblio_book/?art=43694743&lfrom=174836202) на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

Все книги на сайте предоставены для ознакомления и защищены авторским правом