9781632915467
ISBN :Возрастное ограничение : 16
Дата обновления : 14.06.2023
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Omslagafbeelding Copyright Slava Gerj, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com
INHOUD
HOOFDSTUK EEN (#ufaad0294-8bab-53ac-a9e7-6ff836285b39)
HOOFDSTUK TWEE (#u521d1a21-e993-5cde-aa76-de0223751f33)
HOOFDSTUK DRIE (#u8068442c-c9dd-5ca0-ae38-959f9c86fcfe)
HOOFDSTUK VIER (#u3af63b90-347e-58bb-aae4-8e654fac92d9)
HOOFDSTUK VIJF (#ufbab0b96-2378-583a-a58f-8e2f87d55540)
HOOFDSTUK ZES (#ub7c6b6c6-635e-5d37-b2a7-543cbeac080c)
HOOFDSTUK ZEVEN (#u050f8976-3c4d-53aa-aee4-72f1a9730eec)
HOOFDSTUK ACHT (#u6cdf6b5d-a92d-5504-a8ae-b80b5b1bdff9)
HOOFDSTUK NEGEN (#u75b28501-b6df-57f2-9c28-908c8b255348)
HOOFDSTUK TIEN (#u24bfd8a5-5422-53d4-bc56-f16b944723ae)
HOOFDSTUK ELF (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK TWAALF (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK DERTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VEERTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VIJFTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZESTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZEVENTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ACHTTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK NEGENTIEN (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK TWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK EENENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK TWEEГ‹NTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK DRIEГ‹NTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VIERENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZESENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK DERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK EENENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK TWEEГ‹NDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK DRIEГ‹NDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VIERENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK VIJFENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZESENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ZEVENENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK ACHTENDERTIG (#litres_trial_promo)
HOOFDSTUK EEN
Thorgrins hoofd beukte tegen de stenen aan terwijl hij in een vrije val langs de instortende berghelling naar beneden viel. Zijn wereld bleef maar draaien, en hij probeerde het te stoppen, probeerde zichzelf te oriënteren, maar het lukte niet. Vanuit zijn ooghoeken zag hij zijn broeders, die net als hij wanhopig naar wortels grepen, naar rotsen—wat dan ook—om hun val te vertragen.
Thor besefte dat hij met elke seconde verder verwijderd raakte van de top van de vulkaan, van Guwayne. Hij dacht aan de wilden daarboven die op het punt stonden zijn baby te offeren, en hij brandde van woede. Hij klauwde schreeuwend naar de modder en probeerde wanhopig weer naar boven te komen.
Maar er was weinig dat hij kon doen. Thor kon nauwelijks zien of ademhalen, laat staan zichzelf beschermen tegen het puin waar hij door werd geraakt. Het voelde alsof hij het gewicht van het hele universum op zijn schouders droeg.
Het gebeurde allemaal zo snel, te snel voor Thor om te verwerken. Hij ving een glimp op van een veld vol puntige rotsen. Hij wist dat zodra ze die raakten, ze er allemaal geweest waren.
Thor sloot zijn ogen en trachtte zich zijn training te herinneren, Argons raad, de woorden van zijn moeder. Hij probeerde de stilte in de storm te vinden zodat hij zijn kracht kon oproepen. Hij zag zijn leven aan zich voorbij flitsen. Was dit zijn laatste beproeving?
Alstublieft, God, bad Thor, als u bestaat, red me. Laat me niet zo sterven. Laat me mijn kracht oproepen. Laat me mijn zoon redden.
Thor had het gevoel dat hij op de proef werd gesteld, dat hij gedwongen werd om op zijn geloof te vertrouwen, om een sterker geloof op te roepen. Zijn moeder had al gezegd dat nu hij een krijger was, hij ook als een krijger op de proef zou worden gesteld.
Terwijl Thor zijn ogen sloot, begon zijn wereld te vertragen. En tot zijn verbazing voelde hij ineens een kalmte, een gevoel van vrede in de storm. Hij voelde een hitte in zich opwellen. Het stroomde door zijn aderen, door zijn handen. Hij begon zich groter te voelen dan zijn lichaam.
Thor voelde dat hij buiten zijn lichaam trad. Hij keek naar beneden en zag zichzelf langs de berghelling naar beneden storten. Op dat moment besefte hij dat hij niet zijn lichaam was. Hij was iets veel groters.
Ineens zat hij weer in zijn lichaam, en hij hief zijn handen hoog boven zijn hoofd. Er begon een wit licht uit te stralen. Hij stuurde het licht en creГ«erde een bel om zichzelf en zijn broeders heen. Ineens stopte de modderstroom. De muur van puin kaatste van het schild af en raakte hen niet meer.
Ze gleden door, maar nu veel langzamer, en ze kwamen tot stilstand op een smal plateau vlakbij de voet van de berg. Thor keek naar beneden en zag dat hij tot zijn knieГ«n in water stond.
Thor keek verbijsterd op. Hij zag de bevroren muur van modder die midden in de lucht hing, alsof die op ieder moment naar beneden kon vallen, vooralsnog tegengehouden door zijn bel van licht. Hij was stomverbaasd dat hij dat had gedaan.
“Leven we nog?” riep O’Connor.
Thor zag Reece, O’Connor, Conven, Matus, Elden en Indra overeind krabbelen. Ze hadden kneuzingen en blauwe plekken, maar ze leefden nog, en geen van hen was ernstig gewond. Ze wreven over hun gezichten, die bedekt waren met zwart zand. Ze zagen eruit alsof ze door een mijn waren gekropen. Thor kon zien hoe dankbaar ze waren dat ze kon leefden, en hij kon in hun ogen zien dat ze dat aan hem te danken hadden.
Thor draaide zich om en keek op naar de top van de berg, en kon nog maar aan één ding denken: zijn zoon.
“Hoe komen we weer naar—” begon Matus.
Maar voor hij zijn zin kon afmaken, voelde Thor ineens hoe iets zich rond zijn enkels vouwde. Hij keek verschrikt naar beneden en zag een dik, slijmerig, gespierd wezen dat rond zijn enkels en schenen omhoog kroop. Het was een lang, paling-achtig wezen, met twee kleine koppen en lange tongen. Het keek naar hem op en vouwde zijn tentakels om hem heen. Zijn huid brandde rond Thors benen.
Thors reflexen namen het over. Hij trok zijn zwaard en begon op het wezen in te hakken. De anderen, die ook werden aangevallen, volgden zijn voorbeeld. Thor probeerde voorzichtig te zijn zodat hij niet zijn eigen benen zou afhakken, en terwijl hij er eentje wist af te snijden, kwam het lichaam los en zakte de afschuwelijke pijn in zijn enkel. De paling gleed sissend terug het water in.
O’Connor morrelde met zijn boog. Hij vuurde op de palingen maar miste. Elden schreeuwde het uit terwijl hij door drie palingen tegelijk werd aangevallen.
Thor stormde naar voren en sneed een paling van O’Connors been af, terwijl Indra naar voren stapte en naar Elden schreeuwde: “Niet bewegen!”
Ze spande haar boog en vuurde drie pijlen achter elkaar af. Ze doodde de palingen met drie perfecte schoten, en schampte net Eldens huid.
Hij keek geschokt naar haar op.
“Ben je gestoord?” schreeuwde hij uit. “Ik had mijn been wel kunnen verliezen!”
Indra glimlachte naar hem.
“Maar je hebt hem nog, of niet?” antwoordde ze.
Thor hoorde meer gespetter, en zag nog tientallen palingen uit het water omhoog komen. Hij besefte dat ze hier vandaan moesten komen.
Thor voelde zich compleet uitgeput door het gebruiken van zijn krachten, en hij wist dat er niet veel meer in hem zat; hij was nog niet sterk genoeg, wist hij, om constant van zijn krachten gebruik te maken. Toch moest hij ze nog één keer aanspreken. Zou hij dat niet doen, dan zouden ze hier nooit uitkomen. Ze zouden sterven in deze plas vol palingen, en zijn zoon zou geen schijn van kans maken. Het zou al zijn kracht kosten, hij zou dagen lang zwak zijn, maar het kon hem niet schelen. Hij dacht aan Guwayne, die was overgeleverd aan de genade van die wilden, en hij wist dat hij alles zou doen.
Terwijl een andere groep palingen op hen af begon te glibberen, sloot Thor zijn ogen. Hij hief zijn handen.
“Uit naam van de enige ware God,” zei Thor hardop, “ik beveel de hemel om te splijten! Ik beveel de wolken om ons op te tillen!”
Thor sprak de woorden in een diepe, duistere stem, niet langer bang om de DruГЇde die hij was te omarmen. Hij voelde zijn woorden vibreren in zijn borst, in de lucht. Hij voelde een enorme hitte in zijn borst, en wist ineens zeker dat er gehoor aan zou worden gegeven.
Er volgde een luid gedonder, en Thor zag dat de lucht begon te veranderen. Het kleurde donker paars, en de wolken begonnen te wervelen. Er verscheen een rond gat, een opening in de hemel, en ineens schoot er een vuurrood licht naar beneden, gevolgd door een wolk in de vorm van een trechter, die recht op hen af kwam.
Binnen enkele momenten werden door en de anderen meegesleurd in een tornado. Thor voelde het vocht van de zachte wolken om zich heen wervelen, voelde hoe hij in het licht werd gehuld, en hoe hij de lucht in werd getild. Hij voelde zich lichter dan ooit tevoren. Hij voelde zich één met het universum.
Thor voelde hoe hij hoger en hoger rees, langs de berghelling, langs de modder, langs zijn bel, helemaal naar de top van de berg. Binnen enkele momenten had de wolk hen naar de top van de vulkaan gebracht en hen zachtjes laten landen. Toen verdampte hij, net zo snel als dat hij was verschenen.
Thor stond daar met zijn broeders, en ze keken hem volslagen verbijsterd aan, alsof hij een god was.
Maar Thor dacht niet aan hen; hij draaide zich om en bestudeerde het plateau. Hij dacht maar aan één ding: de drie wilden die voor hem stonden. En het kleine wiegje, zwevend boven de rand van de vulkaan.
Thor gaf een schreeuw en stormde naar voren. De eerste wilde draaide zich verschrikt naar hem om. Thor aarzelde geen seconde en onthoofdde hem.
De andere twee draaiden zich angstig naar hem om. Thor stak de één in het hart, haalde uit en stompte de ander met de achterkant van zijn zwaard in zijn gezicht, waardoor hij gillend over de rand van de vulkaan viel.
Thor draaide zich om en griste snel het wiegje weg voor het kon vallen. Hij keek naar beneden, zijn hart bonzend van dankbaarheid dat hij hem op tijd had opgevangen, klaar om Guwayne eruit te tillen.
Maar terwijl Thor in het wiegje keek, viel zijn wereld uiteen.
Het was leeg.
Alles om hem heen bevroor. Hij stond daar, verdoofd.
Hij keek naar beneden en zag de vlammen hoog rijzen. En hij wist dat zijn zoon dood was.
“NEE!” schreeuwde Thor.
Thor liet zich op zijn knieГ«n vallen en schreeuwde. Het was de primordiale schreeuw van een man die alles had verloren dat hij nog had.
“GUWAYNE!”
HOOFDSTUK TWEE
Hoog boven het eiland dat midden in zee lag vloog een eenzame draak, een kleine draak, nog niet helemaal volgroeid. Zijn schreeuw was schril en doordringend, een voorbode van de draak die hij op een dag zou worden. Hij vloog triomfantelijk door de lucht, en zijn kleine schubben leken te pulseren, alsof hij met de minuut groter werd. In zijn klauwen dat hij iets waardevols, het meest waardevolle dat hij in zijn korte leven had gevoeld.
De draak voelde de warmte tussen zijn klauwen en keek naar beneden om te controleren of alles goed was met zijn waardevolle bezit. Hij hoorde het huilen, hij voelde het wriggelen, en was gerustgesteld om te zien dat de baby in orde was.
Guwayne, had de man geroepen.
Все книги на сайте предоставены для ознакомления и защищены авторским правом